Onze tocht langs de Pacific begint met een serieuze klap. We zitten in de vierde en laatste bus richting Dominical. De tocht langs de kust geeft ons een spectaculair uitzicht op de zonsondergang en over een uurtje zijn we op bestemming. Als we net weg sussen hoor ik een flinke klap en het geluid van brekend glas. De bus trapt hard op zijn rem en uit reflex zit ik direct met mijn vingers in mijn oren en hand voor mijn mond. Natasha heeft niks door, haalt haar koptelefoon van haar oor en vraagt mij wat er is. Ik heb geen idee, maar weet dat het serieus is. Na veel roddels, mensen die de bus in en uit lopen, politie en getuigschriften weten we dat we zojuist onderdeel waren van een dodelijk ongeluk. We hebben een dronken man aangereden met onze open busdeur. De man (die de weg op wankelde) is er niet meer, hij is dood. Het is onwerkelijk en ik kan nog steeds niet geloven dat dit is gebeurd. Vooral omdat we zelf niets gevoeld hebben en geheel ongedeerd zijn. We worden op een nieuwe bus gezet en krijgen een andere chauffeur. De volgende dag is het alsof het een nooit gebeurde nachtmerrie was en vervolgd de reis zich ‘doodnormaal’.
We nemen een dag ‘off’ en doen voor het eerst eens helemaal niets. Het uitzicht maakt het ons heel gemakkelijk. De zon daarin tegen is hier aan de Pacific eerder je vijand dan je vriend. Brandend met gevaar voor uitdroging en verbranding. Elk uitstapje vraagt om goede voorzorgsmaatregelen.
Het eerste uitstapje is een misser. We zijn opzoek naar een waterval in Domicalito en de voetsporen van mijn vader die hier jaren geleden zijn tent bivakkeerden. Helaas word de zoektocht gestaakt als we zeker 20 min langs de weg moeten lopen. We hebben toch een flinke opdonder gehad van het accident. Ter alternatief krijgen we surfles van Bennie (Noorwegen). In vergelijking met Puerto Viego gaat het me nu heel goed af, en dat alles op een ‘professioneel’ surfboard. Naar het schijnt zijn de golven het best met zons op en zons ondergang. Het getij is dan hoog en de onderdruk maakt de golven krachtiger. Ik krijg er niet genoeg van en huur de volgende dag een board voor de hele dag. Jammer genoeg werd ik niet ingelicht over de wel begeerde beginnersfout en breek een van mijn vinnen. Dat maakt mijn kosten niet 10 maar 25 euro voor de gehele dag. Ach, dat waren zeker mijn gratis surflessen ;).
Onze volgende bestemming Uvita is een beschermd gebied en een belangrijke broedplaats voor walvissen. We verblijven in een Eco-loge hostel. Hun bouwwijze en manier van afval verwerking bevalt me uitstekend, ik voel me thuis! We verlengen ons verblijf tot 4 dagen.
Dit keer maken we een wèl-geslaagde tocht naar een bekende (maar betaalde) waterval. Het is onze traditie om onder alle taxen vandaan te komen en lopen aan het betaalhuisje voorbij. Het water van een waterval komt ergens vandaan en de weg waar wij op lopen zal deze ook ergens moeten overbruggen. Ik initieer omhoog te lopen tot de eerst volgende brug, om daar te water te gaan in de rivier die ons hopelijk bij de waterval zal brengen. Met blote voeten huppen we van de een naar de andere steen en volgen de stroom van het water. We zijn omgeven door oerwoud en niks bewijst ons dat dit de juiste route is. De adreline stijgt en elke bocht denk ik, nog een bocht verder en als het daar niet is gaan we terug. In middels ben ik ver op Natasha vooruit en stuit ik na 30-45 min op een groepje Costaricaanse kinderen. Yes! De waterval is slechts 10 min verderop. In mijn enthousiasme heb ik nauwelijks door dat ik Natasha alleen achterlaat. Als ik net weer stroomopwaarts wil gaan komt Natasha gearresteerd naar beneden. Bang dat ik gevallen was of gebeten door een spin. Ik lag er om maar geef haar gelijk, nieuwe regel: Laat elkaar niet alleen. Boven aan de waterval is het de keuze om via een zijpad naar beneden te gaan of om de waterval af te glijden. Natuurlijk maken we deze tocht af met een plons in het diepen! Ik ben trots op Natasha die hier toch wel haar grenzen heeft opgezocht en realiseer me dankbaar dat ik van Olivier heb geleerd om door te gaan, net op het punt dat je je afvraagt of je wel op de juiste route zit. In het hostel ontmoeten we onze nieuwe vrienden van de komende dagen; Boston (Erik, uit Boston), Jasper (Denmark) en Raiza (Philippines). Ik bak pannenkoeken voor ons allemaal en leer van Natasha dat deze heerlijk zijn met een beetje rietsuiker, bramen en citroen. We klimmen op de kleine boldermuur in het hostel, we spelen vele tafeltennis wedstrijdjes, we krijgen yoga les van Boston, we liften heen en weer naar de ver weg gelegen supermarkt en we bekijken de zonsondergang vanaf het mooie strand. Het strand is een betaald gebied, maar we hebben opnieuw een route gevonden om de douane te omzeilen. Het strand word verlengt met de bekende ‘whales tail’, een zandbank in de vorm van een walvisvin. Terwijl Boston en Natasha zonnen en wachten op het lage getij, loop ik in het hoge getij naar het puntje van de staart. Op het smalle stuk botsen de golven tegen elkaar en vliegen pelikanen en ‘Frigatebirds’ in het rond opzoek naar verdwaalde vis. Als ik terug kom zijn Boston, Natasha en al mijn spullen verdwenen, dit keer ben ik in lichte paniek. Waarom zouden ze weg gaan met al mijn spullen? De volgende dagen draag ik altijd een lange broek en tshirt om mijn schouders en benen te bedekken. Ik ben zo rood als een kreeft.
Als de rust is wedergekeerd en het getij laag is, gaan ik en Boston er op uit met onze snorkels. Het ontbreekt aan koraal maar de tropische vissen vullen de zee met kleur. Het hoogtepunt is de gigantische gele zeester. Weer aan land, raak ik in gesprek me een local die kokosnoten aan het rapen is. Nieuwsgierig (en tactisch) vraag ik wanneer een kokosnoot rijp is. De volgende en laatste stop aan de Pasific is het afgelegen Drake Bay. Twee bussen (vanuit Palmar Norte and Sierpe) en boot brengen je op het schiereiland. De boottocht is spectaculair. De mangroves hebben een heel ander aanzicht dan dat in torteguero. Wilderige wortels steken boven het water uit. De boot manoeuvreert zich tussen de vrije route en brengt ons tot de zee.
De bossen van het corcovado national park is het thuis van vele ara’s. De prachtige rode vogel spreidt geregeld zijn vleugels en scheert dan schreeuwend voorbij. Het dorp is klein en heeft niet veel meer dan een supermarkt en een school. Wel is het gevuld met uitgestrekte stranden, die midden op de dag niet veel afwijken van Sahara temperatuur. We bezoeken het Corcovado national park niet (75€),maar doen een 10 uur durende wandeltocht langs het strand richting het park. We passeren hangbruggen en steken het water over met onze tassen boven het hoofd. Als we er aan toe zijn pauzeren we langs een van de strandjes en snorkelen langs de rotsen. Op de route worden we vergezeld door vele aapjes. Ondertussen raakt ons water op en zijn we werkelijk kapot. We kunnen nergens schuilen voor de zon en de dorst is groot. Aan het einde van de ‘woestijn’ vinden we een huis en kloppen verwilderd aan. We worden met veel liefde geholpen. Op de terugweg vallen we geheel onbedoeld op het strand in slaap. Na 12 uur zijn we terug in het hostel. Als we de volgende dag deels dezelfde route lopen om te gaan kanoën, zegt Natasha achtereen: ‘do you recognize this?’. Slopend, is zeker het juiste woord voor deze tocht.
De kajak tocht is fantastisch. We varen in een mangrove en het gevoel is bijna niet uit te drukken. ‘Rust uitstralende herrie’ (E. Perk) is een juiste vertaling. Natasha en ik wisselen geen woord, de bos-geluiden zijn indrukwekkend en worden aangevuld door de zachte dompel van de paddel op het moment dat deze het water raakt. De natuur stopt onze tocht door blokkerende stenen die watervalletjes creëren. Wij negeren de blokkade en wachten tot het water stijgt. Deze mongrove ligt aan de voet van de zee en kent daardoor ook getijden. Het is heel vreemd hoe het water iedere tien minuten tegen Stroming in stroomt. Het water stijgt wel zeker 40 mm en geeft ons de mogelijkheid om als-het-waren de watervallen op te varen. We trotseren de natuur.
What’s next: het bekende Monteverde en La Fortuna, gevolgd door een aangename verassing van het vrije reizen.